Jans Kelder over het vrolijkste schilderij dat hij kent

Niet elk werk kan op een pronkplek in het museum hangen. In de marge vind je de ‘voorbijgangers’. Jans Kelder bladert door het fraai geïllustreerde boek ‘Van Stal Gehaald’, waarin zeventig authentieke huisdierrassen worden beschreven.

In de ban geraakt

De 74-jarige inwoner van Zwinderen toont ons zijn meest waardevolle schat. Een vrolijk stilleven van de Nederlandse Landgeit. Een schilderij van de hand van Jan Weenix, één van de beste en productiefste stillevenschilders die ons land gekend heeft.

Jans Kelder is in de ban geraakt van deze langharige geiten met een alerte en levendige kop. Met ruige beharing en korte poten. De mooie ronde wipneus en een sik maken het plaatje compleet. ‘Een imposantere geit dan de Nederlandse Landgeit is nauwelijks voorstelbaar. Het is een zeldzaam mooi ras.’

Het schilderij van Weenix past natuurlijk naadloos in de tijdgeest van het muziek- en theaterspektakel De Toorn van Thunaer. Jans Kelder komt begin september met zes geiten en twee bokken naar De Klencke. Hij kan zich er nu al op verheugen. ‘Dit schouwspel – met onder meer landgeiten en bokken als figuranten – past naadloos bij de sfeer van vroeger. Een prachtig tableau vivant.’

Uitdaging

Het is volgens Jans Kelder mede aan Jan Weenix te danken dat de Nederlandse Landgeit, die ruim zeventig jaar geleden zo goed als uitgestorven was, nog bestaat. Weenix portretteerde in 1658 een liggende bok, die mede model heeft gestaan voor het terugfokken van dit ras. Volgens Kelder laten de schilderwerken goed zien hoe rassen zich hebben ontwikkeld. ‘Je hebt nog steeds de uitdaging om in het hedendaagse fokprogramma dezelfde exterieurkenmerken van de geiten uit de zeventiende en achttiende eeuw terug te halen. Eerlijk gezegd is de lol ervan dat wij landgeiten proberen te fokken naar schilderijen, zoals beroemde schilders als Weenix, Potter, Saftleven, Lastman en Gerard Dou die in de Gouden Eeuw maakten. Al helemaal vanwege het feit dat deze romantisch aangelegde schilders van boerenleven zich veelal niet om precieze raskenmerken bekommerden.’

Inspanningen

Jans Kelder is al vele jaren actief lid van de Landelijke Fokkersclub Nederlandse Landgeiten (LFNL). Net als Kelder zijn het allemaal liefhebbers van alles wat van vroeger was en die mee willen werken aan het in stand houden van dit oude, met uitsterven, bedreigde ras. Door de inspanningen van de vereniging neemt de kwaliteit van de geiten weer toe. Dan te bedenken dat omstreeks 1960 de landgeit op enkele exemplaren na verdwenen was. Nu staan er ongeveer 2.200 geiten en 300 bokken in het stamboek ingeschreven.

Wipneusje

De schoonheid van de landgeit wordt landelijk ook weer in cijfers gevangen. In diverse regio’s trekken de keuringen van bokken en geiten steeds meer belangstelling. ‘Het streven van de initiatiefnemers is om het ras weer terug te brengen, zoals dat was in de 17e eeuw. Dat betekent dat er wordt gefokt op bijvoorbeeld een wipneusje en lange liervormige of sabelvormige horens. Het doel van de keuring is om geiten uit te filteren die aan alle kenmerken van de Nederlandse Landgeit voldoen en waarmee ook verder gefokt kan worden’, aldus Kelder.

‘Boerenerf’

Begin september herleven oude tijden. We zien dan op De Klencke een imposant levend schilderij : paarden, landgeiten en Drentse heideschapen als figuranten in De Toorn van Thunaer. Voor even het nationale boerenerf van Nederland. Een soort Ark van Noach, want de dieren hebben met elkaar gemeen dat ze tot zeldzaam geworden rassen behoren. Heel mooi dat we dat tijdens dit unieke muziek- en theaterspektakel kunnen etaleren.‘

 

Verslag: Jan Hooge. Foto’s: Monique Jonkman – Koolen